
Mystery
zaterdag 9 januari 2010 om 22:12
zaterdag 9 januari 2010 om 22:20
zaterdag 9 januari 2010 om 22:23
Vriespuntverlaging doordat er een andere stof in het water opgelost is (in dit geval koolzuur). Middelbare school scheikunde.
Zie: http://nl.wikipedia.org/wiki/Vriespuntverlaging
Zie: http://nl.wikipedia.org/wiki/Vriespuntverlaging
zaterdag 9 januari 2010 om 22:28
quote:YetiMan schreef op 09 januari 2010 @ 22:23:
Vriespuntverlaging doordat er een andere stof in het water opgelost is (in dit geval koolzuur). Middelbare school scheikunde.
Zie: http://nl.wikipedia.org/wiki/VriespuntverlagingOk opgelost, de volgende yetiman: Waarom bevriest warm water sneller dan koud water (bij gelijke hoeveelheden)?
Vriespuntverlaging doordat er een andere stof in het water opgelost is (in dit geval koolzuur). Middelbare school scheikunde.
Zie: http://nl.wikipedia.org/wiki/VriespuntverlagingOk opgelost, de volgende yetiman: Waarom bevriest warm water sneller dan koud water (bij gelijke hoeveelheden)?
zaterdag 9 januari 2010 om 22:51
quote:YetiMan schreef op 09 januari 2010 @ 22:42:
Dan moet je wel meenemen dat het definitieve antwoord nog niet eens bekend is, al lijkt de superkoelingtheorie het meest waarschijnlijk.
Klopt je hebt helemaal gelijk er zijn inderdaad meerdere antwoorden mogelijk, ik zie net dat (bijna) alles op wikipedia te vinden is
Ik kan mij wel vinden in onderstaande theorie:
Bevriezen van water is dat de watermoleculen in een kristalstructuur gaan zitten.
Water dat beweegt bevriest sneller doordat de moleculen dit sneller kunnen doen door de aanwezige bewegingsenergie.
Warm water dat bevriest heeft meer (bewegings-)energie in voorraad dan koud water en circuleert sneller en langer dan koud water. (kouder water is dichter dan warmer water dus zwaarder en zakt naar beneden: circulatie. En ook de moluculen bewegen sneller bij warmer water).
Als de buitenkant van het water (druppel, beker, vijver, sloot) door hevige kou (bijvoorbeeld -10 graden Celsius) bevriest, ontstaat daar een isolerend ijslaagje (kristallaagje) Dat gebeurt sneller bij warmer water, omdat de moleculen sneller bewegen en sneller in het kristalrooster kunnen gaan zitten. Dat dit kan, komt ook doordat water slecht warmte geleidt en dus best aan de buitenkant kan bevriezen, terwijl het binnenin nog bijvoorbeeld 10 graden Celsius is.
Tevens komt bij dat bevriezen warmte-energie vrij die ook naar binnen toe gaat, doordat het ijslaagje aan de buitenkant isoleert.
In feite blijven de moleculen in het warme water daardoor in verhouding voorlopig meer bewegen dan bij het koude water, waardoor de kristalvorming (bevriezen) aan de buitenkant sneller blijft gaan, enzovoort.
Dus warm water is sneller bevroren.
Zo kun je ook verklaren dat water kouder dan 0 graden Celsius kan worden zonder uit te kristalliseren, als er maar geen molecuulbeweging in het water is. Tik je er tegen, dan voeg je bewegingsenergie toe en bevriest het water onmiddellijk. Dat water met 4 graden Celsius zijn grootste dichtheid heeft, versterkt dit onderkoelingsproces nog, want als alle water onder de 4 graden is, is de circulatie vrijwel verdwenen en bij 0 graden ook tot 0 gereduceerd en moet er een externe bewegingsprikkel zijn om tot kristallisatie te komen. In zijn laatste fase zal de kristallisatiesnelheid van het oorspronkelijk warmste water ook niet meer sneller zijn dan bij het oorspronkelijk koudste water, maar het is wel eerder in die fase.
Dan moet je wel meenemen dat het definitieve antwoord nog niet eens bekend is, al lijkt de superkoelingtheorie het meest waarschijnlijk.
Klopt je hebt helemaal gelijk er zijn inderdaad meerdere antwoorden mogelijk, ik zie net dat (bijna) alles op wikipedia te vinden is
Ik kan mij wel vinden in onderstaande theorie:
Bevriezen van water is dat de watermoleculen in een kristalstructuur gaan zitten.
Water dat beweegt bevriest sneller doordat de moleculen dit sneller kunnen doen door de aanwezige bewegingsenergie.
Warm water dat bevriest heeft meer (bewegings-)energie in voorraad dan koud water en circuleert sneller en langer dan koud water. (kouder water is dichter dan warmer water dus zwaarder en zakt naar beneden: circulatie. En ook de moluculen bewegen sneller bij warmer water).
Als de buitenkant van het water (druppel, beker, vijver, sloot) door hevige kou (bijvoorbeeld -10 graden Celsius) bevriest, ontstaat daar een isolerend ijslaagje (kristallaagje) Dat gebeurt sneller bij warmer water, omdat de moleculen sneller bewegen en sneller in het kristalrooster kunnen gaan zitten. Dat dit kan, komt ook doordat water slecht warmte geleidt en dus best aan de buitenkant kan bevriezen, terwijl het binnenin nog bijvoorbeeld 10 graden Celsius is.
Tevens komt bij dat bevriezen warmte-energie vrij die ook naar binnen toe gaat, doordat het ijslaagje aan de buitenkant isoleert.
In feite blijven de moleculen in het warme water daardoor in verhouding voorlopig meer bewegen dan bij het koude water, waardoor de kristalvorming (bevriezen) aan de buitenkant sneller blijft gaan, enzovoort.
Dus warm water is sneller bevroren.
Zo kun je ook verklaren dat water kouder dan 0 graden Celsius kan worden zonder uit te kristalliseren, als er maar geen molecuulbeweging in het water is. Tik je er tegen, dan voeg je bewegingsenergie toe en bevriest het water onmiddellijk. Dat water met 4 graden Celsius zijn grootste dichtheid heeft, versterkt dit onderkoelingsproces nog, want als alle water onder de 4 graden is, is de circulatie vrijwel verdwenen en bij 0 graden ook tot 0 gereduceerd en moet er een externe bewegingsprikkel zijn om tot kristallisatie te komen. In zijn laatste fase zal de kristallisatiesnelheid van het oorspronkelijk warmste water ook niet meer sneller zijn dan bij het oorspronkelijk koudste water, maar het is wel eerder in die fase.
zaterdag 9 januari 2010 om 23:03
quote:YetiMan schreef op 09 januari 2010 @ 22:55:
Dan moet je maar creatief zijn met je vraagstellingen, dat maakt het moeilijker te vinden
.Stel je schiet een pijl af met een pijl en boog. Vanaf een afstand kijkt iemand naar die pijl. Hij zegt:"Wanneer die pijl in de lucht is staat hij op een moment stil(een moment is een oneindig klein stukje tijd) op ieder volgend moment staat de pijl ook stil. Dus beweegt de pijl niet" Leuke paradox of niet.
Dan moet je maar creatief zijn met je vraagstellingen, dat maakt het moeilijker te vinden

zaterdag 9 januari 2010 om 23:16
Als je de tijd stilzet zoals die persoon in gedachten doet is er ook geen beweging om zijn as. Snelheid van bewegen wordt uitgedrukt als verandering per tijd. Zet je het tijdverschil op 0 dan is er gewoon geen beweging. Maar ja, tijd stilzetten lukt niet (het kan wel heel langzaam gaan als de tandarts met de boor bezig is bijvoobeeld).
zaterdag 9 januari 2010 om 23:26
quote:YetiMan schreef op 09 januari 2010 @ 23:16:
Als je de tijd stilzet zoals die persoon in gedachten doet is er ook geen beweging om zijn as. Snelheid van bewegen wordt uitgedrukt als verandering per tijd. Zet je het tijdverschil op 0 dan is er gewoon geen beweging. Maar ja, tijd stilzetten lukt niet (het kan wel heel langzaam gaan als de tandarts met de boor bezig is bijvoobeeld).
Hahaha leuk. ik heb er nog een dan stop ik:
Als er een auto van een kilometer afstand op je af komt rijden met een snelheid 1600 km per uur hoeveel tijd heb je dan om over te steken?
Als je de tijd stilzet zoals die persoon in gedachten doet is er ook geen beweging om zijn as. Snelheid van bewegen wordt uitgedrukt als verandering per tijd. Zet je het tijdverschil op 0 dan is er gewoon geen beweging. Maar ja, tijd stilzetten lukt niet (het kan wel heel langzaam gaan als de tandarts met de boor bezig is bijvoobeeld).
Hahaha leuk. ik heb er nog een dan stop ik:
Als er een auto van een kilometer afstand op je af komt rijden met een snelheid 1600 km per uur hoeveel tijd heb je dan om over te steken?