
Weet je nog?
zondag 25 november 2007 om 00:40
Ontspannen leun ik achterover. Mijn stoel balanceert op twee poten terwijl ik de verschillende zenuwcellen bestudeer. Over twee dagen heb ik een tentamen en zoals altijd ben ik weer te laat begonnen. Voor me op de standaard witte bibliotheektafel ligt een vijftal boeken waarvan de afmeting je doen afschrikken. Al de hele dag zit ik met mijn neus in de boeken, maar ik heb nog weinig vorderingen gemaakt. De letters vormen woorden die duizelen voor m’n ogen, maar me toch bekend voorkomen. Op zich niet zo gek, want ik heb dit al een keer eerder moeten leren.
Het is geen moeilijk tentamen, maar de hoeveelheid stof zorgt ervoor dat ik te laat begin. Niet verstandig, maar welke student van 19 jaar oud schrikt niet van circa 1200 pagina’s. Mijn reactie is dan uitstellen, hoewel ik weet dat de executie toch wel plaats zal vinden.
Ik denk aan de jongen die ik zo langzamerhand als mijn kleine broertje beschouw. Hij zit midden in zijn eindexamens, maar het lijkt alsof het hem niet zoveel interesseert. Niet zo vreemd, het is een slimme knul en hij doet eigenlijk een niveau dat te laag voor hem is. Maar toch zal hij gemiddeld een zeven moeten halen om naar de HAVO te kunnen. Dan zal hij toch echt moeten leren voor de vakken waar hij moeite mee heeft. Dat heb ik hem nog niet zien doen.
Hij is het type jongen dat niet geschikt is voor het MBO, dat te praktisch is, maar ook niet voor de universiteit, die weer te theoretisch is. Als het aan mij ligt, gaat hij journalistiek studeren, zodat hij misschien zijn twee passies, reizen en schrijven, kan combineren. En gewoon ook omdat hij verhalen kan verzinnen waar ik jaloers op ben. De meest bizarre dingen schudt hij gewoon uit zijn mouw. Als we met wat vrienden op de bank of in de kroeg zitten, een biertje erbij, kan hij ons zo een uur lang animeren met een of ander verzinsel.
Ik hoop dat hij de juiste keuzes maakt in zijn leven.
Maar eerst dat eindexamen nog. Ik ben zenuwachtiger voor zijn examens dan voor mijn eigen tentamen. Zou dat nou typisch zijn als je een jonger broertje of zusje hebt? Want ook al delen we niet hetzelfde bloed, het is mijn broertje. Als hij problemen heeft kan hij altijd naar mij toekomen en ik zal hem helpen. Hij is 3,5 jaar jonger dan ik. Eigenlijk een heel toevallig feit, als je bedenkt dat mijn bloedeigen zus ook, op een paar dagen na, 3,5 jaar ouder was dan ik. Zou ze ook zenuwachtig zijn geweest als ik een proefwerk of iets dergelijks moest maken?
Ik was 11 en zat in groep 8 van de basisschool. Het was januari, winter, en het vroor. Elke ochtend stapte ik om kwart over acht op de fiets om naar school te gaan. Het ging allemaal goed en ik haalde hoge cijfers. Toch was ik niet meer het strebertje dat ik vroeger wel altijd was. Er waren langzamerhand andere dingen in mijn leven gekomen die interessanter waren. Ik kreeg borsten, die ik elke ochtend onder de douche zorgvuldig inspecteerde, omdat ik het eigenlijk best eng vond en ik niet wilde dat ze nog groter werden dan de cup AA die ik had.
Ik kwam erachter dat jongens niet alleen leuk waren om mee te voetballen en te ravotten, maar dat je bij sommigen ook een bepaald gevoel kreeg in je buik. Ik kon het nog niet echt definiëren, maar mijn vriendinnen zeiden dat het geiligheid was. Met een oudere zus en oudere neven wist ik gelukkig wel wat dat was.
Ik begon ook steeds meer ruzie met mijn moeder te maken, meestal alleen omdat ik dan een excuus had om al mijn frustratie er eens lekker uit te stampen en te schreeuwen.
Ik keek nog meer op naar mijn zus, net een paar maanden 15, dan ik vroeger al deed. Het leek namelijk alsof ze echt overal schijt aan had. Elke avond hing ze met wat vrienden op de hoek van de straat te ouwehoeren, zonder overigens overlast te veroorzaken.
Elke week kwam ze wel met een dikke onvoldoende thuis, maar ondertussen haalde ze wel net genoeg punten om over te gaan naar het volgende jaar van de HAVO.
Tot grote ergernis van mijn moeder natuurlijk.
Mijn moeder, een bijstandsmoeder met twee dochters in een niet al te beste buurt, kreeg die tijd veel te verduren. Twee puberende meiden die samen maar al te graag een front vormden tegen hun o zo sadistische moeder die natuurlijk alles deed om het leven van haar kroost zo efficiënt mogelijk te verpesten. Dat was wel het hoofdingrediënt van haar frustratie. Voeg daarnaast nog een pondje opa-met-wie-het-steeds-slechter-gaat, een onsje geldproblemen-en-dochters-die-om-dure-merkkleding-zeuren en een paar gram getikte-kennisen-die-altijd-bij-haar-aankloppen-als-ze-weer-flippen toe en je creëert iemand die binnen een paar weken in het psychiatrische circuit belandt. Mijn moeder niet. Ze hield zich groot en kon het toch allemaal in haar eentje aan. Ik wilde dat ik net zo’n groot incasseringsvermogen had als mijn moeder.
Gelukkig waren wij ook nog wel eens met iets anders bezig dan moedertje pesten. Ik, de jongste, kon een hele dag op de bank of in bed liggen om een mooi boek te verslinden. Of ik ging juist in bomen klimmen of voetballen op straat. De oudste had scouting en de daarbij behorende grote vriendenkring. Dus eigenlijk waren we regelmatig wel met iets anders bezig.
Lisa, de oudste, stak toch vooral veel tijd in volleybal, omdat ze het leuk vond en ook zelf inzag dat ze talent had. Twee keer in de week was ze met haar vriendinnen aan het trainen en in het weekend speelde ze een wedstrijd. Ze wonnen bijna altijd.
Een studiegenootje klopt op mijn schouder. Shabnam, een Pakistaanse jonge vrouw van uitermate kleine afmetingen vraagt of ik zin heb om een kopje koffie te drinken. Natuurlijk ga ik mee, in de wetenschap dat ik afleiding nodig heb omdat ik anders verdrink in mijn herinneringen. En dan komt er helemaal niks meer van studeren. We halen koffie en gaan lekker buiten zitten. Het is mei, lente, en lekker warm. Al gauw gaat het gesprek over medestudenten. Lekker vrouwelijk, premenstrueel geroddel. Na een korte periode neemt het gesprek een wending en praten we over school. Shabnam heeft een herkansing van een vak waar ik, wonder boven wonder, eens een keer geen problemen mee had. Zij wel. De vragen komen als een stortvloed van woorden uit haar mond. “Mirlo, hoe zat dat ook alweer met gonorroe?”
Als ware ik een ervaringsdeskundige leg ik haar alles uit. Van diagnostiek, behandeling en complicaties tot het maatschappelijk taboe rond deze SOA.
Na nog een tijdje buiten in het zonnetje te hebben gezeten, ga ik naar binnen om me weer te concentreren op de dingen die er volgens ouderen echt toe doen. Erg interessant, dat zenuwstelsel, maar niet als je het voor de tweede keer moet leren. Langzamerhand dwalen mijn ongehoorzame hersenen weer af naar vroeger.
Het gezin bestond dus uit een vrouw, een jongedame en een jongedame in wording. Die dames die, als ze geen ruzie hadden, dachten dat ze samen de wereld konden verbeteren. Mijn moeder probeerde door demonstraties, andere acties en vrijwilligerswerk de armoede in de wereld terug te dringen, zodat iedereen gelijke kansen kreeg om zijn of haar dromen waar te maken.
Mijn zus was vastbesloten om na de HAVO de pabo te gaan doen, omdat ze vond dat iedereen in ieder geval het recht had op basisonderwijs. Hiermee hadden ze dan weer meer kans op een beter leven met minder zorgen.
Ik had me in het hoofd gehaald om kinderarts in Afrika te worden, zodat ook de kleineren meer kansen kregen om te overleven en meer kans hadden op een menswaardig bestaan.
Maar voordat het zover was, hadden Lisa en ik eerst nog de plicht om van onze jeugd te genieten. Dit betekende eigenlijk dat het normale, saaie leventje gewoon doorging.
Op een maandagochtend, ik denk dat het begin februari 1997 was, ging ik naar beneden om te ontbijten. Lisa zat al beneden televisie te kijken en tegelijkertijd te leren. Ik kan me nog herinneren dat ik een foto van The Beatles zag, dus waarschijnlijk ging het over de geschiedenis van de popmuziek. Hoe ze dat trouwens deed, tv kijken en leren tegelijk, is voor mij nog steeds een raadsel.
Een kwartiertje later hoorden we boven wat gestommel. We wisten dat ma zo beneden zou komen. Altijd als we haar de trap af hoorden lopen, wierpen mijn zus en ik elkaar een blik van verstandhouding toe. Mijn moeder had namelijk ontzettend last van een ochtendhumeur en ’s ochtends kon je maar beter naar haar luisteren om te voorkomen dat ze ontploft.
Deze maandagmorgen keek mijn zus niet op van haar tekst. Dit betekende meestal niet veel goeds dus ik vertrok naar het kleinste kamertje om daar een Donald Duck te lezen en me van mijn darminhoud te ontdoen. Op de achtergrond hoorde ik wat er zich in de huiskamer afspeelde.
“Mam, ik heb ontzettend veel last van mijn rug, het doet onwijs veel pijn net boven mijn kont”
“Tuurlijk, schat. Het is maandagmorgen en jij hebt weer ergens last van. Volleybal en scouting kan allemaal, maar als je naar school moet, ben je ineens ziek. Denk maar niet dat ik daarin trap” schreeuwde mijn moeder.
“Mam, ik weet dat ik je vaak bedonder, maar ik heb nu echt last en ik denk dat zo’n boekentas het allemaal niet beter maakt”
“Lisa, je kan het vergeten, je gaat gewoon naar school. Als ik te horen krijg dat je niet op bent komen dagen, krijg je twee weken geen zakgeld”.
Normaal zou het hierna een gevloek en getier van beide kanten zijn geworden, maar tot mijn verbazing dit keer niet. Mijn zus liep naar boven om nog wat spullen te pakken en ik hoorde haar nog iets mompelen wat vast niet als een complimentje voor mijn moeder was bedoeld. Maar daarmee was het over. Mijn zus ging naar school, ik ging naar school en alles leek voorbij te zijn. Een ochtend als velen. Fout.
Het is geen moeilijk tentamen, maar de hoeveelheid stof zorgt ervoor dat ik te laat begin. Niet verstandig, maar welke student van 19 jaar oud schrikt niet van circa 1200 pagina’s. Mijn reactie is dan uitstellen, hoewel ik weet dat de executie toch wel plaats zal vinden.
Ik denk aan de jongen die ik zo langzamerhand als mijn kleine broertje beschouw. Hij zit midden in zijn eindexamens, maar het lijkt alsof het hem niet zoveel interesseert. Niet zo vreemd, het is een slimme knul en hij doet eigenlijk een niveau dat te laag voor hem is. Maar toch zal hij gemiddeld een zeven moeten halen om naar de HAVO te kunnen. Dan zal hij toch echt moeten leren voor de vakken waar hij moeite mee heeft. Dat heb ik hem nog niet zien doen.
Hij is het type jongen dat niet geschikt is voor het MBO, dat te praktisch is, maar ook niet voor de universiteit, die weer te theoretisch is. Als het aan mij ligt, gaat hij journalistiek studeren, zodat hij misschien zijn twee passies, reizen en schrijven, kan combineren. En gewoon ook omdat hij verhalen kan verzinnen waar ik jaloers op ben. De meest bizarre dingen schudt hij gewoon uit zijn mouw. Als we met wat vrienden op de bank of in de kroeg zitten, een biertje erbij, kan hij ons zo een uur lang animeren met een of ander verzinsel.
Ik hoop dat hij de juiste keuzes maakt in zijn leven.
Maar eerst dat eindexamen nog. Ik ben zenuwachtiger voor zijn examens dan voor mijn eigen tentamen. Zou dat nou typisch zijn als je een jonger broertje of zusje hebt? Want ook al delen we niet hetzelfde bloed, het is mijn broertje. Als hij problemen heeft kan hij altijd naar mij toekomen en ik zal hem helpen. Hij is 3,5 jaar jonger dan ik. Eigenlijk een heel toevallig feit, als je bedenkt dat mijn bloedeigen zus ook, op een paar dagen na, 3,5 jaar ouder was dan ik. Zou ze ook zenuwachtig zijn geweest als ik een proefwerk of iets dergelijks moest maken?
Ik was 11 en zat in groep 8 van de basisschool. Het was januari, winter, en het vroor. Elke ochtend stapte ik om kwart over acht op de fiets om naar school te gaan. Het ging allemaal goed en ik haalde hoge cijfers. Toch was ik niet meer het strebertje dat ik vroeger wel altijd was. Er waren langzamerhand andere dingen in mijn leven gekomen die interessanter waren. Ik kreeg borsten, die ik elke ochtend onder de douche zorgvuldig inspecteerde, omdat ik het eigenlijk best eng vond en ik niet wilde dat ze nog groter werden dan de cup AA die ik had.
Ik kwam erachter dat jongens niet alleen leuk waren om mee te voetballen en te ravotten, maar dat je bij sommigen ook een bepaald gevoel kreeg in je buik. Ik kon het nog niet echt definiëren, maar mijn vriendinnen zeiden dat het geiligheid was. Met een oudere zus en oudere neven wist ik gelukkig wel wat dat was.
Ik begon ook steeds meer ruzie met mijn moeder te maken, meestal alleen omdat ik dan een excuus had om al mijn frustratie er eens lekker uit te stampen en te schreeuwen.
Ik keek nog meer op naar mijn zus, net een paar maanden 15, dan ik vroeger al deed. Het leek namelijk alsof ze echt overal schijt aan had. Elke avond hing ze met wat vrienden op de hoek van de straat te ouwehoeren, zonder overigens overlast te veroorzaken.
Elke week kwam ze wel met een dikke onvoldoende thuis, maar ondertussen haalde ze wel net genoeg punten om over te gaan naar het volgende jaar van de HAVO.
Tot grote ergernis van mijn moeder natuurlijk.
Mijn moeder, een bijstandsmoeder met twee dochters in een niet al te beste buurt, kreeg die tijd veel te verduren. Twee puberende meiden die samen maar al te graag een front vormden tegen hun o zo sadistische moeder die natuurlijk alles deed om het leven van haar kroost zo efficiënt mogelijk te verpesten. Dat was wel het hoofdingrediënt van haar frustratie. Voeg daarnaast nog een pondje opa-met-wie-het-steeds-slechter-gaat, een onsje geldproblemen-en-dochters-die-om-dure-merkkleding-zeuren en een paar gram getikte-kennisen-die-altijd-bij-haar-aankloppen-als-ze-weer-flippen toe en je creëert iemand die binnen een paar weken in het psychiatrische circuit belandt. Mijn moeder niet. Ze hield zich groot en kon het toch allemaal in haar eentje aan. Ik wilde dat ik net zo’n groot incasseringsvermogen had als mijn moeder.
Gelukkig waren wij ook nog wel eens met iets anders bezig dan moedertje pesten. Ik, de jongste, kon een hele dag op de bank of in bed liggen om een mooi boek te verslinden. Of ik ging juist in bomen klimmen of voetballen op straat. De oudste had scouting en de daarbij behorende grote vriendenkring. Dus eigenlijk waren we regelmatig wel met iets anders bezig.
Lisa, de oudste, stak toch vooral veel tijd in volleybal, omdat ze het leuk vond en ook zelf inzag dat ze talent had. Twee keer in de week was ze met haar vriendinnen aan het trainen en in het weekend speelde ze een wedstrijd. Ze wonnen bijna altijd.
Een studiegenootje klopt op mijn schouder. Shabnam, een Pakistaanse jonge vrouw van uitermate kleine afmetingen vraagt of ik zin heb om een kopje koffie te drinken. Natuurlijk ga ik mee, in de wetenschap dat ik afleiding nodig heb omdat ik anders verdrink in mijn herinneringen. En dan komt er helemaal niks meer van studeren. We halen koffie en gaan lekker buiten zitten. Het is mei, lente, en lekker warm. Al gauw gaat het gesprek over medestudenten. Lekker vrouwelijk, premenstrueel geroddel. Na een korte periode neemt het gesprek een wending en praten we over school. Shabnam heeft een herkansing van een vak waar ik, wonder boven wonder, eens een keer geen problemen mee had. Zij wel. De vragen komen als een stortvloed van woorden uit haar mond. “Mirlo, hoe zat dat ook alweer met gonorroe?”
Als ware ik een ervaringsdeskundige leg ik haar alles uit. Van diagnostiek, behandeling en complicaties tot het maatschappelijk taboe rond deze SOA.
Na nog een tijdje buiten in het zonnetje te hebben gezeten, ga ik naar binnen om me weer te concentreren op de dingen die er volgens ouderen echt toe doen. Erg interessant, dat zenuwstelsel, maar niet als je het voor de tweede keer moet leren. Langzamerhand dwalen mijn ongehoorzame hersenen weer af naar vroeger.
Het gezin bestond dus uit een vrouw, een jongedame en een jongedame in wording. Die dames die, als ze geen ruzie hadden, dachten dat ze samen de wereld konden verbeteren. Mijn moeder probeerde door demonstraties, andere acties en vrijwilligerswerk de armoede in de wereld terug te dringen, zodat iedereen gelijke kansen kreeg om zijn of haar dromen waar te maken.
Mijn zus was vastbesloten om na de HAVO de pabo te gaan doen, omdat ze vond dat iedereen in ieder geval het recht had op basisonderwijs. Hiermee hadden ze dan weer meer kans op een beter leven met minder zorgen.
Ik had me in het hoofd gehaald om kinderarts in Afrika te worden, zodat ook de kleineren meer kansen kregen om te overleven en meer kans hadden op een menswaardig bestaan.
Maar voordat het zover was, hadden Lisa en ik eerst nog de plicht om van onze jeugd te genieten. Dit betekende eigenlijk dat het normale, saaie leventje gewoon doorging.
Op een maandagochtend, ik denk dat het begin februari 1997 was, ging ik naar beneden om te ontbijten. Lisa zat al beneden televisie te kijken en tegelijkertijd te leren. Ik kan me nog herinneren dat ik een foto van The Beatles zag, dus waarschijnlijk ging het over de geschiedenis van de popmuziek. Hoe ze dat trouwens deed, tv kijken en leren tegelijk, is voor mij nog steeds een raadsel.
Een kwartiertje later hoorden we boven wat gestommel. We wisten dat ma zo beneden zou komen. Altijd als we haar de trap af hoorden lopen, wierpen mijn zus en ik elkaar een blik van verstandhouding toe. Mijn moeder had namelijk ontzettend last van een ochtendhumeur en ’s ochtends kon je maar beter naar haar luisteren om te voorkomen dat ze ontploft.
Deze maandagmorgen keek mijn zus niet op van haar tekst. Dit betekende meestal niet veel goeds dus ik vertrok naar het kleinste kamertje om daar een Donald Duck te lezen en me van mijn darminhoud te ontdoen. Op de achtergrond hoorde ik wat er zich in de huiskamer afspeelde.
“Mam, ik heb ontzettend veel last van mijn rug, het doet onwijs veel pijn net boven mijn kont”
“Tuurlijk, schat. Het is maandagmorgen en jij hebt weer ergens last van. Volleybal en scouting kan allemaal, maar als je naar school moet, ben je ineens ziek. Denk maar niet dat ik daarin trap” schreeuwde mijn moeder.
“Mam, ik weet dat ik je vaak bedonder, maar ik heb nu echt last en ik denk dat zo’n boekentas het allemaal niet beter maakt”
“Lisa, je kan het vergeten, je gaat gewoon naar school. Als ik te horen krijg dat je niet op bent komen dagen, krijg je twee weken geen zakgeld”.
Normaal zou het hierna een gevloek en getier van beide kanten zijn geworden, maar tot mijn verbazing dit keer niet. Mijn zus liep naar boven om nog wat spullen te pakken en ik hoorde haar nog iets mompelen wat vast niet als een complimentje voor mijn moeder was bedoeld. Maar daarmee was het over. Mijn zus ging naar school, ik ging naar school en alles leek voorbij te zijn. Een ochtend als velen. Fout.
zondag 25 november 2007 om 15:01
Knuf terug!
Mijn bezoek is net weg, was erg gezellig! Ik vind het iets te koud en te regenachtig om naar het graf te gaan, dus ik sla het een jaartje over. Moeten ze maar snappen.
Nou afwachten of er verder nog mensen het idee hebben om onverwacht langs te komen. Maar, gezien het weer, denk ik van niet (gelukkig).
Mijn bezoek is net weg, was erg gezellig! Ik vind het iets te koud en te regenachtig om naar het graf te gaan, dus ik sla het een jaartje over. Moeten ze maar snappen.
Nou afwachten of er verder nog mensen het idee hebben om onverwacht langs te komen. Maar, gezien het weer, denk ik van niet (gelukkig).
zondag 25 november 2007 om 16:14
Dat snappen ze wel. Een graf is maar een ding, wat in je hart zit dát telt.
(zei zuss terwijl ze er zelf nog steeds over een hele hoge drempel moet als ze bij zwager en neef naar binnen stapt omdat de urn er nog steeds staat )
(zei zuss terwijl ze er zelf nog steeds over een hele hoge drempel moet als ze bij zwager en neef naar binnen stapt omdat de urn er nog steeds staat )
Zuss duimt zich suf voor Bambi. Het gaat helemaal goed komen, dat weet ik zeker!
zondag 25 november 2007 om 21:01
Een urn lijkt me nog veel heftiger, dan heb je geen keuze meer. Als je dan bij iemand op bezoek moet staat die er inderdaad gewoon. Bij mij staat de grafsteen in de woonkamer, dus dat scheelt weer een hoop.
Ik zat net lekker bij vrienden, school kan me ff gestolen worden. Nu krijg ik straks gratis pizza bij Yaspaps.
Dank je lievebees, knuffel terug.
Ik zat net lekker bij vrienden, school kan me ff gestolen worden. Nu krijg ik straks gratis pizza bij Yaspaps.

Dank je lievebees, knuffel terug.
maandag 26 november 2007 om 11:35
maandag 26 november 2007 om 15:24
Nee, lekker gezellig, of niet soms.
"Hey, iemand nog een biertje? Oh, trouwens, m'n zus is ook jarig. Ja, ze is wel dood, maar dat is slechts een detail. Verder alles goed?"
Dat zou weer een typisch geval zijn van ik die mijn talent gebruikt om hele gesprekken te doen laten stilvallen. Hoewel dat trouwens ook wel weer leuk zou zijn geweest.
En heb je jezelf al voor je kop geslagen? Ik heb nog wel ibu's en para's liggen hier, dus je kan flink doorslaan.
Sorry voor mijn kromme zinnen, maar ik heb te veel moeten schrijven vandaag..
"Hey, iemand nog een biertje? Oh, trouwens, m'n zus is ook jarig. Ja, ze is wel dood, maar dat is slechts een detail. Verder alles goed?"
Dat zou weer een typisch geval zijn van ik die mijn talent gebruikt om hele gesprekken te doen laten stilvallen. Hoewel dat trouwens ook wel weer leuk zou zijn geweest.
En heb je jezelf al voor je kop geslagen? Ik heb nog wel ibu's en para's liggen hier, dus je kan flink doorslaan.
Sorry voor mijn kromme zinnen, maar ik heb te veel moeten schrijven vandaag..
maandag 26 november 2007 om 17:02
Mirlo, ik kan niet anders dan net als de anderen zeggen dat je heel mooi geschreven hebt. Dikke brok in de keel, tranen op de wangen (zonder make-up da's pech voor jou ) en het jouw vast bekende rotgevoel op de borst.
Mooi dat die vriendin van Lisa de verjaardag samen wilde vieren. Dat is een speciale vriendin! Veel mensen vinden het toch moeilijk zo'n emotioneel geladen dag.
Dat je het met je zus moeilijker hebt of denkt te hebben zou weleens kunnen komen door wat je beschrijft. Ze was heel jong en had nog van alles mee moeten maken in het leven, maar jullie hadden ook dat verbond tegen je moeder zoals menig puber heeft. Die verbondenheid en de oneerlijkheid maakt dat je dit veel zwaarder voelt. (oeps als je me te analytisch vind geef je me maar op mijn falie)
Naar het graf is niet verplicht, je zus hoeft dáár niet verzorgd te worden of herdacht. Dat kan en mag je waar je maar wilt en waar het voor jou goed voelt. Je zus en moeder leven voort in je hart en je gedachten. En elk vanaf een van je schouders houden ze een oogje in't zeil en sturen je vast bij als dat echt nodig is.
De donkere dagen maken het inderdaad niet makkelijker. Ik ken dat gevoel oh zo goed.
Bij jouw is het nu de tijd van je zus haar verjaardag, bij ons is het a.s. zondag twaalf jaar geleden dat Xander (onze oudste) overleed. En daardoor zakte ik vorige week figuurlijk door het ijs. Ik krabbel er weer op en glij soms weer even in dat wak. Er is niks mis mee om door het ijs te zakken of zelfs iets gezelligs bij de Yasjes te onderbreken. Je hoeft het niet bij je in de weg te laten zitten, omdat het gezellig ergens is. En wat ik van de Yasjes denk te weten vinden zij dit ook zo.
Mooi dat die vriendin van Lisa de verjaardag samen wilde vieren. Dat is een speciale vriendin! Veel mensen vinden het toch moeilijk zo'n emotioneel geladen dag.
Dat je het met je zus moeilijker hebt of denkt te hebben zou weleens kunnen komen door wat je beschrijft. Ze was heel jong en had nog van alles mee moeten maken in het leven, maar jullie hadden ook dat verbond tegen je moeder zoals menig puber heeft. Die verbondenheid en de oneerlijkheid maakt dat je dit veel zwaarder voelt. (oeps als je me te analytisch vind geef je me maar op mijn falie)
Naar het graf is niet verplicht, je zus hoeft dáár niet verzorgd te worden of herdacht. Dat kan en mag je waar je maar wilt en waar het voor jou goed voelt. Je zus en moeder leven voort in je hart en je gedachten. En elk vanaf een van je schouders houden ze een oogje in't zeil en sturen je vast bij als dat echt nodig is.
De donkere dagen maken het inderdaad niet makkelijker. Ik ken dat gevoel oh zo goed.
Bij jouw is het nu de tijd van je zus haar verjaardag, bij ons is het a.s. zondag twaalf jaar geleden dat Xander (onze oudste) overleed. En daardoor zakte ik vorige week figuurlijk door het ijs. Ik krabbel er weer op en glij soms weer even in dat wak. Er is niks mis mee om door het ijs te zakken of zelfs iets gezelligs bij de Yasjes te onderbreken. Je hoeft het niet bij je in de weg te laten zitten, omdat het gezellig ergens is. En wat ik van de Yasjes denk te weten vinden zij dit ook zo.
maandag 26 november 2007 om 17:50
Lolotte, niet gaan huilen! En je ook niet verdrietig gaan voelen! En dat bekende rotgevoel op de borst, dat ken ik. Ik noemde het vroeger altijd "mijn steen", omdat het echt zo voelt. Alsof er een steen op je borstkas wordt gelegd, en al je energie verdwijnt als sneeuw voor de zon. Op dat soort momenten ga ik of gewoon op bed liggen om proberen te slapen of ik ga met de hond wandelen.
Ja, dat was echt een hele speciale vriendin van mijn zus. Het is ook een schat en ze is altijd ook nog bij mijn moeder op bezoek geweest. Er is gewoon een intense vriendschap ontstaan, op basis van de vriendschap die ze met mijn zus had. Dat is iets heel speciaals vind ik, en ik koester het ook.
Een zus of een moeder is ook heel anders vind ik. Ik bedoel, je ouders zijn je ouders en die zijn lief en daar heb je respect voor en daar hou je ontzettend veel van, maar je zus. Niet zoveel leeftijdsverschil, en je deelt zoveel. Zelfde opvoeding, zelfde tradities, zelfde ouders, zelfde familie en ga zo maar door. Veel van die dingen heb je met je ouders toch niet. Bovendien maak je je op een gegeven moment toch een beetje los van je ouders. Van je zus misschien ook wel, maar daar heb ik nooit de kans voor gehad.
Het zou maar zo kunnen dat ik, als ze nog geleefd zou hebben, haar nu niet uit zou kunnen staan. Maar dan had zelfs dat tenminste nog de kans gehad om zich te ontwikkelen.
De mensen die dichtbij me staan weten dat mijn moeder en mijn zus een belangrijke rol spelen in mijn leven. Ze zijn wel het gezin waarin ik ben opgegroeid, zij zijn degenen die me de eerste jaren van mijn leven de juiste kant op hebben gestuurd. Die me dingen (ik weiger normen en waarden en dat soort zooi) hebben geleerd die ik de rest van mijn leven bij me draag, koester en die (onbewust) mijn keuzes en acties vormen.
A.s zondag steek ik een kaarsje op voor Xander, dat beloof ik. Ik heb iets meegekregen (in de afgelopen jaren) van je zoon, en ik wist dat hij was overleden. Het lijkt me het meest verschrikkelijke wat er bestaat om je kind te moeten verliezen. Niet dat ik kinderen heb, maar toch. Ik weet hoe het er bij mijn ouders is ingehakt, en ik weet hoe ook de rest van de familie gewoon kapot was. Omdat het ook hun kind had kunnen overkomen. Kinderen horen niet dood te gaan, ze hebben de PLICHT om te leven. Maar kennelijk is er niks aan te doen, en hoort het bij "de natuur". Ik denk vaak aan je, ook als je weer een kaarsje opsteekt in dat betreffende topic. Je moet het zwaar hebben en ik vind het erg knap dat je toch door kan zetten en verder leeft.
Ach, ik ben een binnenvetter. Over het algemeen gaat het prima met mij, en als ik verdrietig ben is dat eerder boos. Het enige wat ik dan ga doen is Yaspaps uitschelden of sleutels naar z'n kop gooien (maar ik mis toch altijd) omdat hij iets onbenulligs vraagt of een verkeerd toontje aanslaat. Maar hij laat me dan even doorrazen en als ik echt te lang niet lekker in mijn vel zit vraagt hij wat er is. En dan zeg ik: "Er is niks, pap, helemaal niks". En als het dan nog langer duurt, wordt ik zo ongeveer vastgebonden op de stoel en dan begint hij met het kruisverhoor totdat ik knap en dan gaan we kijken wat we eraan kunnen doen. Maar dat laatste stadium is heeeeeel zeldzaam.
Lolotte, je bent een schat!
Ja, dat was echt een hele speciale vriendin van mijn zus. Het is ook een schat en ze is altijd ook nog bij mijn moeder op bezoek geweest. Er is gewoon een intense vriendschap ontstaan, op basis van de vriendschap die ze met mijn zus had. Dat is iets heel speciaals vind ik, en ik koester het ook.
Een zus of een moeder is ook heel anders vind ik. Ik bedoel, je ouders zijn je ouders en die zijn lief en daar heb je respect voor en daar hou je ontzettend veel van, maar je zus. Niet zoveel leeftijdsverschil, en je deelt zoveel. Zelfde opvoeding, zelfde tradities, zelfde ouders, zelfde familie en ga zo maar door. Veel van die dingen heb je met je ouders toch niet. Bovendien maak je je op een gegeven moment toch een beetje los van je ouders. Van je zus misschien ook wel, maar daar heb ik nooit de kans voor gehad.
Het zou maar zo kunnen dat ik, als ze nog geleefd zou hebben, haar nu niet uit zou kunnen staan. Maar dan had zelfs dat tenminste nog de kans gehad om zich te ontwikkelen.
De mensen die dichtbij me staan weten dat mijn moeder en mijn zus een belangrijke rol spelen in mijn leven. Ze zijn wel het gezin waarin ik ben opgegroeid, zij zijn degenen die me de eerste jaren van mijn leven de juiste kant op hebben gestuurd. Die me dingen (ik weiger normen en waarden en dat soort zooi) hebben geleerd die ik de rest van mijn leven bij me draag, koester en die (onbewust) mijn keuzes en acties vormen.
A.s zondag steek ik een kaarsje op voor Xander, dat beloof ik. Ik heb iets meegekregen (in de afgelopen jaren) van je zoon, en ik wist dat hij was overleden. Het lijkt me het meest verschrikkelijke wat er bestaat om je kind te moeten verliezen. Niet dat ik kinderen heb, maar toch. Ik weet hoe het er bij mijn ouders is ingehakt, en ik weet hoe ook de rest van de familie gewoon kapot was. Omdat het ook hun kind had kunnen overkomen. Kinderen horen niet dood te gaan, ze hebben de PLICHT om te leven. Maar kennelijk is er niks aan te doen, en hoort het bij "de natuur". Ik denk vaak aan je, ook als je weer een kaarsje opsteekt in dat betreffende topic. Je moet het zwaar hebben en ik vind het erg knap dat je toch door kan zetten en verder leeft.
Ach, ik ben een binnenvetter. Over het algemeen gaat het prima met mij, en als ik verdrietig ben is dat eerder boos. Het enige wat ik dan ga doen is Yaspaps uitschelden of sleutels naar z'n kop gooien (maar ik mis toch altijd) omdat hij iets onbenulligs vraagt of een verkeerd toontje aanslaat. Maar hij laat me dan even doorrazen en als ik echt te lang niet lekker in mijn vel zit vraagt hij wat er is. En dan zeg ik: "Er is niks, pap, helemaal niks". En als het dan nog langer duurt, wordt ik zo ongeveer vastgebonden op de stoel en dan begint hij met het kruisverhoor totdat ik knap en dan gaan we kijken wat we eraan kunnen doen. Maar dat laatste stadium is heeeeeel zeldzaam.
Lolotte, je bent een schat!
anoniem_7486 wijzigde dit bericht op 26-11-2007 17:51
Reden: Beetje debiel om een halve quote te laten staan.
Reden: Beetje debiel om een halve quote te laten staan.
% gewijzigd
maandag 26 november 2007 om 18:58
Echt wel heel zeldzaam! Die sleutels niet, dat gebeurt wel maandelijks.
Mamzelle, life's a bitch. Maar, misschien heel wrang, ik heb voor de komende jaren het ergste wel gehad. Dat is dan weer pluspunt. Hoewel ik nog steeds liever had dat ik mijn eerste begrafenissen van zo dichtbij was rond mijn vijftigste had.
Maar ja, daar kan je niks aan doen.
Mamzelle, life's a bitch. Maar, misschien heel wrang, ik heb voor de komende jaren het ergste wel gehad. Dat is dan weer pluspunt. Hoewel ik nog steeds liever had dat ik mijn eerste begrafenissen van zo dichtbij was rond mijn vijftigste had.
Maar ja, daar kan je niks aan doen.