
mensen met beperking kinder mogen krijg??
vrijdag 22 mei 2009 om 23:12
ik ben iemand met licht beperking en heb kinder wens
maar als je de berichten op internet leest zijn de meest mens zo negen achtief er over en toch dat ze de kan op gezin mogen hebben
maar toch vindt ik dat mensen met beperking ook recht hebben op kinderen wie zegt dat hun niet net zo goed kinder kunnen op voeden
maar als je de berichten op internet leest zijn de meest mens zo negen achtief er over en toch dat ze de kan op gezin mogen hebben
maar toch vindt ik dat mensen met beperking ook recht hebben op kinderen wie zegt dat hun niet net zo goed kinder kunnen op voeden
zaterdag 23 mei 2009 om 01:57
zaterdag 23 mei 2009 om 01:57
quote:floor72 schreef op 23 mei 2009 @ 01:53:
Caylinn, ik mag toch aannemen dat als jij besluit om gevolg te geven aan je kinderwens, je de juiste back-up/achtervang in werking stelt om op de momenten dat jij je bed niet uit kunt je accuut hulp hebt.
Kortom, je eigen beperkingen in kunnen schatten, er gevolg aan geven en vooruit denken.
De meeste vg kunnen dit niet en daar ligt 't probleem. Hoe vaak ik geen kinderen heb aangetroffen te warm/ te koud gekleed, want zelf geen inschatting kunnen maken...Floor, ik heb al een kind, mijn zoon is 4. Ik heb momenten gekend dat ik én mijn bed niet uit kon én dat er geen achtervang was. Mijn ziekte verloopt dermate grillig dat ik dat niet kan inschatten. Gelukkig voor mijn kind ben ik na enige tijd 'warm' draaien wel in staat om uit bed te komen en ben ik nogal een doorbijter, dus ik heb heel wat pijn verbeten om voor hem te kunnen zorgen. Als je wat berichten van mij terug leest, zie je dat ik dat al aangegeven heb en dat het nu niet meer zo speelt. Ik heb inderdaad mijn prive leven zo ingericht dat mijn zoon er zo min mogelijk last van ondervindt. Ik ben namelijk fulltime gaan werken en mijn man is fulltime thuisvader vanwege onder andere mijn lichamelijke beperking.
Caylinn, ik mag toch aannemen dat als jij besluit om gevolg te geven aan je kinderwens, je de juiste back-up/achtervang in werking stelt om op de momenten dat jij je bed niet uit kunt je accuut hulp hebt.
Kortom, je eigen beperkingen in kunnen schatten, er gevolg aan geven en vooruit denken.
De meeste vg kunnen dit niet en daar ligt 't probleem. Hoe vaak ik geen kinderen heb aangetroffen te warm/ te koud gekleed, want zelf geen inschatting kunnen maken...Floor, ik heb al een kind, mijn zoon is 4. Ik heb momenten gekend dat ik én mijn bed niet uit kon én dat er geen achtervang was. Mijn ziekte verloopt dermate grillig dat ik dat niet kan inschatten. Gelukkig voor mijn kind ben ik na enige tijd 'warm' draaien wel in staat om uit bed te komen en ben ik nogal een doorbijter, dus ik heb heel wat pijn verbeten om voor hem te kunnen zorgen. Als je wat berichten van mij terug leest, zie je dat ik dat al aangegeven heb en dat het nu niet meer zo speelt. Ik heb inderdaad mijn prive leven zo ingericht dat mijn zoon er zo min mogelijk last van ondervindt. Ik ben namelijk fulltime gaan werken en mijn man is fulltime thuisvader vanwege onder andere mijn lichamelijke beperking.
zaterdag 23 mei 2009 om 02:02
Caylinn, het is natuurlijk vreselijk als je je kind niet kan helpen als het verdriet heeft. Maar kinderen zijn echt heel erg flexibel, het is heus niet erg als baby een keer niet getroost wordt. Ik neem aan dat je dat ruimschoots hebt gecompenseerd toe het wel kon.
Het is wel ernstig als jij als ouder maar niet kan beredeneren dat het voor kinderen gevaarlijk kan zijn als jij de lampolie naast de limonadefles bewaart, of dat je niet inziet dat het voor kinderen niet goed is om zonder toezicht over het internet te surfen. Of dat je niets begrijpt van een rapportbespreking. Of nog basaler; dat je niet snapt dat kinderen op bepaalde tijden moeten eten en naar bed moeten.
Het is wel ernstig als jij als ouder maar niet kan beredeneren dat het voor kinderen gevaarlijk kan zijn als jij de lampolie naast de limonadefles bewaart, of dat je niet inziet dat het voor kinderen niet goed is om zonder toezicht over het internet te surfen. Of dat je niets begrijpt van een rapportbespreking. Of nog basaler; dat je niet snapt dat kinderen op bepaalde tijden moeten eten en naar bed moeten.
zaterdag 23 mei 2009 om 02:28
Mooie (respectvolle) discussie hebben jullie hier. In mijn ogen verwoordt Meds om 2.02 heel erg goed waar ongeveer het probleem ligt met het opvoeden van kinderen door LVG'ers.
Vaak is er nog een inschatting door de LVGer zelf dat zij prima in staat is/zijn om zulk soort inschattingen te maken. Echter praktijk wijst helaas vaak anders uit.
Blijft echter lastig. Wie beslist. Uiteindelijk toch de persoon zelf. En soms gaat dat goed, maar veel vaker niet. Helaas.
Vaak is er nog een inschatting door de LVGer zelf dat zij prima in staat is/zijn om zulk soort inschattingen te maken. Echter praktijk wijst helaas vaak anders uit.
Blijft echter lastig. Wie beslist. Uiteindelijk toch de persoon zelf. En soms gaat dat goed, maar veel vaker niet. Helaas.
zaterdag 23 mei 2009 om 02:32
de documentaire is van Janine Bakker.
De cijfers
Mensen met een verstandelijke beperking heetten vroeger imbecielen, debielen, idioten, zwakzinnigen, geestelijk gehandicapten en verstandelijk gehandicapten. Welk etiket je ook gebruikt, het gaat om mensen die op cognitief niveau minderbedeeld zijn. Een VWSonderzoek van april 2005, Samenspel van factoren, naar de ouderschapscompetenties van mensen met een verstandelijke handicap, noemt de termen synoniem maar verwijzend naar verschillende posities in het debat over burgerschap. De onderzoekers constateren dat het in de praktijk vrijwel onmogelijk is om een onderscheid te maken tussen ouders met een verstandelijke beperking, moeilijk lerenden en zwakbegaafden. Het IQ kan enigszins verschillen, maar de problematiek is overeenkomstig. Het ministerie hanteert het criterium ‘goed genoeg’ voor een ouderschap datkinderen voldoende ondersteunt in hun ontwikkeling, indien er geen uithuisplaatsing plaatsvindt, er geen bemoeienis is van de Raad voor de Kinderbescherming en er geen aanwijzingen zijn voor verwaarlozing en mishandeling. In het rapport Samenspel van factoren meldt VWS dat er 1540 ouderparen zijn met een verstandelijke beperking. De ouders zijn vrijwel uitsluitend mensen met een lichte of matige verstandelijke beperking. Uit het VWS-onderzoek blijkt dat in 825 gezinnen de kinderen uit huis geplaatst moeten worden, wegens verwaarlozing, mishandeling of seksueel misbruik. Bij 90 gezinnen verloopt het ouderschap problematisch en bij ruim 500 gezinnen doen de ouders het ‘goed genoeg’. Ook die laatste groep ouders heeft problemen met de opvoeding van hun kinderen, maar die zijn niet zo ernstig dat de Raad voor de Kinderbescherming eraan te pas komt.
Dat betekent dus dat in 60% van deze gezinnen ernstige problemen zijn. Zo ernstig dat in meer dan 50% van de gevallen over moet worden gegaan tot uithuisplaatsing. Een uithuisplaatsing vindt alleen plaats als men verwacht dat het kind ernstig geschaad wordt (fysiek en mentaal) als het bij zijn ouders blijft.
Bij de resterende 40% zijn ook problemen, maar deze zijn niet direct zodanig bedreigend dat RvK erop zit. Ik schrik nogal van deze cijfers.
De cijfers
Mensen met een verstandelijke beperking heetten vroeger imbecielen, debielen, idioten, zwakzinnigen, geestelijk gehandicapten en verstandelijk gehandicapten. Welk etiket je ook gebruikt, het gaat om mensen die op cognitief niveau minderbedeeld zijn. Een VWSonderzoek van april 2005, Samenspel van factoren, naar de ouderschapscompetenties van mensen met een verstandelijke handicap, noemt de termen synoniem maar verwijzend naar verschillende posities in het debat over burgerschap. De onderzoekers constateren dat het in de praktijk vrijwel onmogelijk is om een onderscheid te maken tussen ouders met een verstandelijke beperking, moeilijk lerenden en zwakbegaafden. Het IQ kan enigszins verschillen, maar de problematiek is overeenkomstig. Het ministerie hanteert het criterium ‘goed genoeg’ voor een ouderschap datkinderen voldoende ondersteunt in hun ontwikkeling, indien er geen uithuisplaatsing plaatsvindt, er geen bemoeienis is van de Raad voor de Kinderbescherming en er geen aanwijzingen zijn voor verwaarlozing en mishandeling. In het rapport Samenspel van factoren meldt VWS dat er 1540 ouderparen zijn met een verstandelijke beperking. De ouders zijn vrijwel uitsluitend mensen met een lichte of matige verstandelijke beperking. Uit het VWS-onderzoek blijkt dat in 825 gezinnen de kinderen uit huis geplaatst moeten worden, wegens verwaarlozing, mishandeling of seksueel misbruik. Bij 90 gezinnen verloopt het ouderschap problematisch en bij ruim 500 gezinnen doen de ouders het ‘goed genoeg’. Ook die laatste groep ouders heeft problemen met de opvoeding van hun kinderen, maar die zijn niet zo ernstig dat de Raad voor de Kinderbescherming eraan te pas komt.
Dat betekent dus dat in 60% van deze gezinnen ernstige problemen zijn. Zo ernstig dat in meer dan 50% van de gevallen over moet worden gegaan tot uithuisplaatsing. Een uithuisplaatsing vindt alleen plaats als men verwacht dat het kind ernstig geschaad wordt (fysiek en mentaal) als het bij zijn ouders blijft.
Bij de resterende 40% zijn ook problemen, maar deze zijn niet direct zodanig bedreigend dat RvK erop zit. Ik schrik nogal van deze cijfers.
zaterdag 23 mei 2009 om 02:42
De hoofdvraag in het onderzoek was: ‘Zijn er in Nederland positieve voorbeelden van ouderschap bij mensen met een verstandelijke beperking te vinden en zo ja, welke factoren verklaren het ‘succes’?’
Uit het onderzoek komt naar voren dat het aantal verstandelijk gehandicapte ouders in Nederland niet erg groot is. In het onderzoek vonden wij circa 1500 gevallen van verstandelijk gehandicapte ouders. Op een totaal aantal van ongeveer 110.000 mensen met een verstandelijke handicap, zou dat aantal tussen de 0,5 en 1,0% liggen. Eén op de drie van deze ouderschappen wordt in het onderzoek gekwalificeerd als zijnde ‘goed genoeg’, dat wil zeggen:
• dat er geen uithuisplaatsing plaatsvindt
• er geen bemoeienis is van de Raad voor Kinderbescherming en
• er geen aanwijzingen zijn voor verwaarlozing en mishandeling
In ongeveer 55% van deze ouderschappen schiet de opvoeding ‘tekort’ en zijn de kinderen veelal uithuis geplaatst. Gebleken is dat ouderschap bij verstandelijk gehandicapten vrijwel uitsluitend voorkomt bij mensen met een licht verstandelijke beperking.
Samenspel van factoren
In het onderzoek hebben wij ouders en hulpverleners geïnterviewd en hebben vervolgens in kaart gebracht welke factoren ouderschap doen slagen of mislukken. De uiteindelijke kwalificatie van ouderschap wordt echter niet bepaald door één of enkele factoren, maar door een intrigerend samenspel van beschermende én risicofactoren. Dit integrale samenspel van beschermende factoren en risicofactoren, ofwel de balans tussen draagkracht en draaglast, is gelegen op drie verschillende niveaus.
1. Microniveau: ouders en kinderen
Het accepteren van ondersteuning en de bereidheid om ondersteuning te verlangen blijken veel voorkomende beschermende factoren op het niveau van de individuele ouders en kinderen. Het niet accepteren van hulpverlening is in veel gevallen een gevolg van eerdere (slechte) ervaringen met hulpverleners. De bereidheid ondersteuning te vragen, hangt nauw samen met het vermogen van de ouders om te leren en zo adviezen in de praktijk te kunnen toepassen. De zwaarte van de handicap (met name IQ) is overigens in het onderzoek niet een doorslaggevende factor gebleken bij het bijdragen aan goed-genoeg ouderschap. Specifieke kenmerken van kinderen (zoals leeftijd, karakter en intelligentie) zijn op dit niveau wel van invloed op hoe de opvoeding verloopt.
2. Mesoniveau: sociale omgeving, hulpverlening en de rol van pleegouders
De aanwezigheid van een ondersteunend sociaal netwerk is de meest belangrijke beschermende factor. Uit het onderzoek is naar voren gekomen dat familie, vrienden en buren onmisbaar zijn in het ondersteunen van het ouderschap. In dit kader kunnen pleeggezinnen in beginsel een belangrijke rol en functie vervullen. In het onderzoek hebben wij een aantal gevallen gevonden, waarin een pleeggezin fungeerde als een hulpverleningsvariant. Dat houdt in dat betreffende verstandelijk gehandicapte ouders en pleegouders met elkaar hebben afgesproken dat, wanneer de opvoeding te belastend wordt, de pleegouders tijdelijk de taak van de ouders overnemen. De ouders krijgen vervolgens speciale begeleiding, waarbij eraan wordt gewerkt dat de kinderen op een gegeven moment weer terug kunnen naar de ouders. Deze hulpverleningsvariant gaat niet uit van het perspectief onverantwoord ouderschap, máár van onverantwoord opvoederschap. De betrokken ouders blijven dus ‘ouders’, zij het onder omstandigheden ‘ouders op afstand.’
Een andere belangrijke beschermende factor op mesoniveau is goede professionele ondersteuning. Continuïteit en beschikbaarheid van professionele ondersteuning draagt bij aan goed-genoeg ouderschap. Het ontbreken van sociale steun of het verkeren van ouder(s) in een isolement, zijn risicofactoren waardoor ouders vaak tekort schieten in de opvoeding van hun kinderen. Tengevolge van een toenemende budgettaire druk is de rol van de hulpverlening helaas steeds beperkter en lastiger geworden, hetgeen gevolgen heeft voor de praktische ondersteuning van verstandelijk gehandicapte ouders.
3. Macroniveau
Factoren op sociaal-economisch, cultureel, maatschappelijk en politiek vlak blijken direct of indirect van invloed op het functioneren van ouders met een verstandelijke handicap. Een belangrijk aspect is hier de maatschappelijke acceptatie van deze ouders. De sociaal-economische positie is in veel gevallen onvoldoende. Zowel hulpverleners als ouders gaven aan dat minder stigmatisering een belangrijke positieve factor zou kunnen zijn voor ouderschap. Dit niet alleen op het niveau van de straat en de buurt, maar óók in de pers en de media. Ouders verkeren bovendien vaak in een zwakkere sociaal-economische positie. Het ontbreken van financiële problemen is een belangrijke factor bij de totstandkoming van goed-genoeg ouderschap.
Ontmoedigen of ondersteunen?
De uitkomsten van het onderzoek geven aan dat ouderschap bij verstandelijk gehandicapten niet per definitie is gedoemd te mislukken. Opvoeden is een dynamisch proces van beschermende en risicofactoren tussen kind, ouder en de omgeving. Het voeren van een ontmoedigingsbeleid geeft geen uitvoering aan de ware aard van de problematiek omtrent ouderschap van verstandelijk gehandicapte ouders; het in onbalans raken van draagkracht en draaglast is immers niet alleen te wijten aan de verstandelijk gehandicapte zelf. Voorts vloeien uit het onderzoek geen direct aanwijsbare factoren voort die voorspellen wanneer ouderschap al dan niet ‘doorschiet’ naar onverantwoord ouderschap. Dit impliceert dat de beoordeling van verantwoord ouderschap per gezin afzonderlijk moet worden bepaald, waarbij moet worden ingezet op adequate ondersteuning op de verschillende niveaus.
Uit het onderzoek komt naar voren dat het aantal verstandelijk gehandicapte ouders in Nederland niet erg groot is. In het onderzoek vonden wij circa 1500 gevallen van verstandelijk gehandicapte ouders. Op een totaal aantal van ongeveer 110.000 mensen met een verstandelijke handicap, zou dat aantal tussen de 0,5 en 1,0% liggen. Eén op de drie van deze ouderschappen wordt in het onderzoek gekwalificeerd als zijnde ‘goed genoeg’, dat wil zeggen:
• dat er geen uithuisplaatsing plaatsvindt
• er geen bemoeienis is van de Raad voor Kinderbescherming en
• er geen aanwijzingen zijn voor verwaarlozing en mishandeling
In ongeveer 55% van deze ouderschappen schiet de opvoeding ‘tekort’ en zijn de kinderen veelal uithuis geplaatst. Gebleken is dat ouderschap bij verstandelijk gehandicapten vrijwel uitsluitend voorkomt bij mensen met een licht verstandelijke beperking.
Samenspel van factoren
In het onderzoek hebben wij ouders en hulpverleners geïnterviewd en hebben vervolgens in kaart gebracht welke factoren ouderschap doen slagen of mislukken. De uiteindelijke kwalificatie van ouderschap wordt echter niet bepaald door één of enkele factoren, maar door een intrigerend samenspel van beschermende én risicofactoren. Dit integrale samenspel van beschermende factoren en risicofactoren, ofwel de balans tussen draagkracht en draaglast, is gelegen op drie verschillende niveaus.
1. Microniveau: ouders en kinderen
Het accepteren van ondersteuning en de bereidheid om ondersteuning te verlangen blijken veel voorkomende beschermende factoren op het niveau van de individuele ouders en kinderen. Het niet accepteren van hulpverlening is in veel gevallen een gevolg van eerdere (slechte) ervaringen met hulpverleners. De bereidheid ondersteuning te vragen, hangt nauw samen met het vermogen van de ouders om te leren en zo adviezen in de praktijk te kunnen toepassen. De zwaarte van de handicap (met name IQ) is overigens in het onderzoek niet een doorslaggevende factor gebleken bij het bijdragen aan goed-genoeg ouderschap. Specifieke kenmerken van kinderen (zoals leeftijd, karakter en intelligentie) zijn op dit niveau wel van invloed op hoe de opvoeding verloopt.
2. Mesoniveau: sociale omgeving, hulpverlening en de rol van pleegouders
De aanwezigheid van een ondersteunend sociaal netwerk is de meest belangrijke beschermende factor. Uit het onderzoek is naar voren gekomen dat familie, vrienden en buren onmisbaar zijn in het ondersteunen van het ouderschap. In dit kader kunnen pleeggezinnen in beginsel een belangrijke rol en functie vervullen. In het onderzoek hebben wij een aantal gevallen gevonden, waarin een pleeggezin fungeerde als een hulpverleningsvariant. Dat houdt in dat betreffende verstandelijk gehandicapte ouders en pleegouders met elkaar hebben afgesproken dat, wanneer de opvoeding te belastend wordt, de pleegouders tijdelijk de taak van de ouders overnemen. De ouders krijgen vervolgens speciale begeleiding, waarbij eraan wordt gewerkt dat de kinderen op een gegeven moment weer terug kunnen naar de ouders. Deze hulpverleningsvariant gaat niet uit van het perspectief onverantwoord ouderschap, máár van onverantwoord opvoederschap. De betrokken ouders blijven dus ‘ouders’, zij het onder omstandigheden ‘ouders op afstand.’
Een andere belangrijke beschermende factor op mesoniveau is goede professionele ondersteuning. Continuïteit en beschikbaarheid van professionele ondersteuning draagt bij aan goed-genoeg ouderschap. Het ontbreken van sociale steun of het verkeren van ouder(s) in een isolement, zijn risicofactoren waardoor ouders vaak tekort schieten in de opvoeding van hun kinderen. Tengevolge van een toenemende budgettaire druk is de rol van de hulpverlening helaas steeds beperkter en lastiger geworden, hetgeen gevolgen heeft voor de praktische ondersteuning van verstandelijk gehandicapte ouders.
3. Macroniveau
Factoren op sociaal-economisch, cultureel, maatschappelijk en politiek vlak blijken direct of indirect van invloed op het functioneren van ouders met een verstandelijke handicap. Een belangrijk aspect is hier de maatschappelijke acceptatie van deze ouders. De sociaal-economische positie is in veel gevallen onvoldoende. Zowel hulpverleners als ouders gaven aan dat minder stigmatisering een belangrijke positieve factor zou kunnen zijn voor ouderschap. Dit niet alleen op het niveau van de straat en de buurt, maar óók in de pers en de media. Ouders verkeren bovendien vaak in een zwakkere sociaal-economische positie. Het ontbreken van financiële problemen is een belangrijke factor bij de totstandkoming van goed-genoeg ouderschap.
Ontmoedigen of ondersteunen?
De uitkomsten van het onderzoek geven aan dat ouderschap bij verstandelijk gehandicapten niet per definitie is gedoemd te mislukken. Opvoeden is een dynamisch proces van beschermende en risicofactoren tussen kind, ouder en de omgeving. Het voeren van een ontmoedigingsbeleid geeft geen uitvoering aan de ware aard van de problematiek omtrent ouderschap van verstandelijk gehandicapte ouders; het in onbalans raken van draagkracht en draaglast is immers niet alleen te wijten aan de verstandelijk gehandicapte zelf. Voorts vloeien uit het onderzoek geen direct aanwijsbare factoren voort die voorspellen wanneer ouderschap al dan niet ‘doorschiet’ naar onverantwoord ouderschap. Dit impliceert dat de beoordeling van verantwoord ouderschap per gezin afzonderlijk moet worden bepaald, waarbij moet worden ingezet op adequate ondersteuning op de verschillende niveaus.
Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet.
zaterdag 23 mei 2009 om 04:42
Ik wil mij ook in deze discussie mengen.
Zelf ben ik opgegroeid in een gezin waarvan mijn moeder een licht verstandelijke beperking heeft en in een sociaal isolement verkeerde.
Daar ondervind ik nog vaak problemen van. Met name mijn sociale vaardigheden zijn onderontwikkeld. Veel heb ik als kind in de praktijk op school moeten leren. Daar ben ik ook heel veel mee gepest. Mijn moeder kon geen emotionele band opbouwen.
Als kind was ik de baas in huis en had alle vrijheid. Op zich wel praktisch want ik mocht alles wat andere kinderen niet mochten en er hebben zelfs vriendinnetjes bij mij geslapen omdat wij dan veel meer mochten, maar ook heel gevaarlijk!!!
Op school moest ik aldoor voor mijzelf opkomen als er beslissingen over mij genomen werden. Mijn moeder was niet in staat om rapportbesprekingen te hebben. Huiswerk etc, mijn moeder had er allemaal geen weet van. Nu heb ik een functie op HBO niveau en ook mijn beroep is veel te abstract voor mijn moeder.
Als ik daar ben heb ik de zorg voor mijn moeder. Toen ik opgenomen was is mijn moeder niet langs geweest omdat zij het niet aankon om mij ziek te zien. Dit heeft zij overigens eerlijk tegen mij gezegd. Toen ik weer thuis was heb ik mijn moeder gebeld, maar het ging toen over haar fysieke problemen, zij kon geen interesse opbrengen voor mij.
Zo kan ik nog heel veel voorbeelden aangeven waarbij mijn moeder geen verantwoordelijkheid kan nemen als moeder.
Zij woont zelfstandig in een beschermde woonvorm en krijgt ambulante begeleiding.
Zelf ben ik opgegroeid in een gezin waarvan mijn moeder een licht verstandelijke beperking heeft en in een sociaal isolement verkeerde.
Daar ondervind ik nog vaak problemen van. Met name mijn sociale vaardigheden zijn onderontwikkeld. Veel heb ik als kind in de praktijk op school moeten leren. Daar ben ik ook heel veel mee gepest. Mijn moeder kon geen emotionele band opbouwen.
Als kind was ik de baas in huis en had alle vrijheid. Op zich wel praktisch want ik mocht alles wat andere kinderen niet mochten en er hebben zelfs vriendinnetjes bij mij geslapen omdat wij dan veel meer mochten, maar ook heel gevaarlijk!!!
Op school moest ik aldoor voor mijzelf opkomen als er beslissingen over mij genomen werden. Mijn moeder was niet in staat om rapportbesprekingen te hebben. Huiswerk etc, mijn moeder had er allemaal geen weet van. Nu heb ik een functie op HBO niveau en ook mijn beroep is veel te abstract voor mijn moeder.
Als ik daar ben heb ik de zorg voor mijn moeder. Toen ik opgenomen was is mijn moeder niet langs geweest omdat zij het niet aankon om mij ziek te zien. Dit heeft zij overigens eerlijk tegen mij gezegd. Toen ik weer thuis was heb ik mijn moeder gebeld, maar het ging toen over haar fysieke problemen, zij kon geen interesse opbrengen voor mij.
Zo kan ik nog heel veel voorbeelden aangeven waarbij mijn moeder geen verantwoordelijkheid kan nemen als moeder.
Zij woont zelfstandig in een beschermde woonvorm en krijgt ambulante begeleiding.

zaterdag 23 mei 2009 om 06:06
zaterdag 23 mei 2009 om 06:34
Interessant onderwerp. Wat ik trouwens verschrikkelijk vind dat ik als moeder van een verstandelijk beperkte autist niet eens mag ingrijpen om te kunnen voorkomen dat hij ooit een meisje zwanger maakt. Nu zal het risico wel minimaal zijn gezien zijn autisme. Maar ik vind het echt erg dat ik in deze geen recht van spreken heb. Mijn kind zal nooit voor een kind kunnen zorgen, maar mag ze wel gewoon op de wereld zetten. Belachelijk!


zaterdag 23 mei 2009 om 08:35
Floor, jouw voorbeeld van 1.40 doet me aan een andere docu denken. Ook lvg. Pasgeboren baby huilde elke nacht, maakte elke keer de ouders wakker. Totdat ze op een nacht niet huilde. De vader ging toen naar haar kamer om de baby wakker te maken, want: dan wist de baby ook es hoe dat was, om midden in de nacht wakker gemaakt te worden.
zaterdag 23 mei 2009 om 10:14
Hoewel de grenzen geen recht doen aan het echte niveau van een lvg'er toch ng even wat cijfertjes om eea te verduidelijken: een licht verstandelijke handicap betekent niet een IQ tussen de 70-85 maar tussen pakweg 55 en 75/80.
Onder de 50/55 is er sprake van een (zwaar) verstandelijke handicap. Rond de 80 is er sprake van zwakbegaafdheid. Je hebt dus LVG'ers met een IQ van 55 en ook die een IQ van 75 hebben.
100 is zoals we weten gemiddeld en hiermee kun je dus ongeveer gemiddeld de MAVO/VMBO-TL aan. ( is geen regel maar dus een gemiddelde!)
Onder de 50/55 is er sprake van een (zwaar) verstandelijke handicap. Rond de 80 is er sprake van zwakbegaafdheid. Je hebt dus LVG'ers met een IQ van 55 en ook die een IQ van 75 hebben.
100 is zoals we weten gemiddeld en hiermee kun je dus ongeveer gemiddeld de MAVO/VMBO-TL aan. ( is geen regel maar dus een gemiddelde!)

zaterdag 23 mei 2009 om 11:27
Eens met bowie, wat aangeeft dat de verstandelijke vermogens echt wel mee mogen spelen in deze discussie. Ik vind dat je wat betreft dit onderwerp niet zo maar er vanuit kunt gaan dat kinderen in zo'n gezin met de hulp van buitenaf evengoed kunnen opgroeien tot een volwassene die de maatschappij goed begrijpt en daar een plek in kan vinden. Ik vind trouwens dat dit onderwerp ook van toepassing is op ouders met een zware psychische en / of psychiatrische stoornis. Als je als volwassene eigenlijk al niet zelfredzaam bent, dan zou ik er niet voor willen pleiten dat je dan de verantwoordelijkheid voor een kind erbij neemt.....
zaterdag 23 mei 2009 om 11:45
quote:roosvrouw schreef op 23 mei 2009 @ 00:57:
[...]
Dan rest nog hetzelfde vraagstuk; is het te prefereren om het schenden van zelfbeschikking over het lichaam te verkiezen boven het uit huis plaatsen van het kind/de kinderen die anders geboren zouden worden?
Uiteraard nog volledig los van de heerlijk onmogelijke discussie die dan volgt wanneer een risico acceptabel is en wanneer niet en wat überhaupt risico is?
Ja, voor mij is dat te prefereren. Ik vind zelfbeschikking alleen van toepassing als je ook voor daaruit voortkomende kinderen een bepaalde mate van zelfzorg kunt opbrengen.
Het gaat hier om het woord 'zelf'. Is een man/vrouw/gezin over de grote linie in staat om ZELF te zorgen (al dan niet met het ZELF inroepen van steun uit omgeving). Of is dat ZELF vooral met grote huiver en ingrijpen van omgeving, dan staat ZELFbeschikking voor mij ook op een lager plan.
[...]
Dan rest nog hetzelfde vraagstuk; is het te prefereren om het schenden van zelfbeschikking over het lichaam te verkiezen boven het uit huis plaatsen van het kind/de kinderen die anders geboren zouden worden?
Uiteraard nog volledig los van de heerlijk onmogelijke discussie die dan volgt wanneer een risico acceptabel is en wanneer niet en wat überhaupt risico is?
Ja, voor mij is dat te prefereren. Ik vind zelfbeschikking alleen van toepassing als je ook voor daaruit voortkomende kinderen een bepaalde mate van zelfzorg kunt opbrengen.
Het gaat hier om het woord 'zelf'. Is een man/vrouw/gezin over de grote linie in staat om ZELF te zorgen (al dan niet met het ZELF inroepen van steun uit omgeving). Of is dat ZELF vooral met grote huiver en ingrijpen van omgeving, dan staat ZELFbeschikking voor mij ook op een lager plan.
zaterdag 23 mei 2009 om 11:49
Ik heb ook een keer een documentaire gezien over 2 verstandelijk gehandicapten die een kind kregen. Hulpverlening liep inderdaad af en aan en toen een keer door omstandigheden 2 dagen geen hulpverlening kwam (de reguliere hv was met vakantie en de vervangster was ziek of zoiets) kon het kind meteen worden opgenomen in het ziekenhuis wegens uitdroging en ondervoeding.
Volgende shot toen het kind weer thuis was: Pa en moe zaten aan de eettafel de warme hap te prakken terwijl de baby al enige tijd aan het huilen was. De documentairemaakster, die zich eigenlijk nergens mee wilde bemoeien opperde dat de baby misschien honger had, maar pa en moe wilden er niets van weten, die moesten eten en de afwas doen.
Schrijnend vond ik het, het is al jaren geleden dat ik deze docu heb gezien, maar ik kan me de beelden nog levendig voor de geest halen. Mijn ex zei altijd dat hij het zo raar vond dat mensen wel examen moeten doen om zich in het verkeer te mogen begeven, maar dat iedereen maar kinderen kan maken. Ik vond dat altijd een stomme opmerking, maar na het zien van die docu was ik het wel met hem eens.
En dan ging die docu over een baby, ik vind de post van Jojootje heel interessant in dit kader, hoe moet het als de kinderen ouder worden?
En ik vind ook de post van Maroetje heel mooi verwoord. Wel een kind op de wereld mogen zetten, maar het niet kunnen verzorgen en opvoeden. Waar ligt de grens?
Volgende shot toen het kind weer thuis was: Pa en moe zaten aan de eettafel de warme hap te prakken terwijl de baby al enige tijd aan het huilen was. De documentairemaakster, die zich eigenlijk nergens mee wilde bemoeien opperde dat de baby misschien honger had, maar pa en moe wilden er niets van weten, die moesten eten en de afwas doen.
Schrijnend vond ik het, het is al jaren geleden dat ik deze docu heb gezien, maar ik kan me de beelden nog levendig voor de geest halen. Mijn ex zei altijd dat hij het zo raar vond dat mensen wel examen moeten doen om zich in het verkeer te mogen begeven, maar dat iedereen maar kinderen kan maken. Ik vond dat altijd een stomme opmerking, maar na het zien van die docu was ik het wel met hem eens.
En dan ging die docu over een baby, ik vind de post van Jojootje heel interessant in dit kader, hoe moet het als de kinderen ouder worden?
En ik vind ook de post van Maroetje heel mooi verwoord. Wel een kind op de wereld mogen zetten, maar het niet kunnen verzorgen en opvoeden. Waar ligt de grens?
Inad en ik zijn echt twee verschillende personen.
zaterdag 23 mei 2009 om 11:49
On topic -zonder TO dus als bestaande case imho-
Denk ik dat een zwakbegaafd persoon een kind zou moeten kunnen krijgen mits die persoon voldoende netwerk heeft. Oma's, opa's, broers, zussen, partner, een stevig netwerk dus. Professionele hulpverlening is helaas geen betrouwbaar netwerk gezien verloop onder personeel en politieke beslissingen omtrent de financiering in de verre toekomst.
Hoe lvg zich verhoudt tot zwakbegaafd weet ik niet en kan ik dus geen oordeel over vellen.
Denk ik dat een zwakbegaafd persoon een kind zou moeten kunnen krijgen mits die persoon voldoende netwerk heeft. Oma's, opa's, broers, zussen, partner, een stevig netwerk dus. Professionele hulpverlening is helaas geen betrouwbaar netwerk gezien verloop onder personeel en politieke beslissingen omtrent de financiering in de verre toekomst.
Hoe lvg zich verhoudt tot zwakbegaafd weet ik niet en kan ik dus geen oordeel over vellen.
zaterdag 23 mei 2009 om 12:11
Lvg is tegenwoordig een veel groter probleem dan vroeger. Toen groeiden deze mensen veelal op onder de vleugels van een beschermde omgeving. Wie kent er niet de 'dorpsgek' die door een heel dorp geholpen werd en bij de plaatselijk boer z'n klusjes deed?
De huidige maatschappij gaat te hard voor deze mensen en is te ingewikkeld. Neem alleen al, het papierwerk, belastingen, internet, mobiele telefoons, paarse krokodillen enz.
De huidige maatschappij gaat te hard voor deze mensen en is te ingewikkeld. Neem alleen al, het papierwerk, belastingen, internet, mobiele telefoons, paarse krokodillen enz.